Bij het controleren van het kwalificatiemateriaal bleek dat de indicatie voor een keizersnede niet klopt. De indicatie moet kindspecifieke maternale probleem zijn van verkeerde ligging van kind 1 zijn, in tegenstelling tot hoe het nu staat dat het het kindspecifieke probleem is van kind 2 (namelijk de groeiachterstand). Daarnaast moet er een indicatie komen voor de verrichting van inflatie long van kind 2. Deze indicatie moet eigenlijk zijn dysmaturiteit, maar dit zit in Kindspecifiek probleem wat niet opgenomen is in dit scenario. Als indicatie nemen we dan de immaturiteit wat een kindspecifiek maternaal probleem is.

Dit moet zowel functioneel als technisch worden aangepast.

Functioneel:

• Indicatie voor verrichting sectio kind 2 is probleem3 (liggingsafwijking kind 1)

• Nieuw probleem 4 voor kind 2 (immaturiteit)

• Indicatie voor inflatie van long kind 2 is probleem 4 (nieuw! immaturiteit)

Technisch:

• Kind 1: Indicatie in ObstetricProcedure80771000146107-x-020000000000

  • Ligging moet verwijzen naar Probleem 3. Verrichting moet zijn keizersnede, met indicatie naar liggingsafwijking (probleem 3).

• Kind 2: ObstetricProcedure80771000146107-x-030000000000

  • Indicatie is liggingsafwijking van kind 1

• Kind 2: ObstetricProcedure243140006-a4907b3f-2291-11ec-8669-020000000000

  • Indicatie is immaturiteit van kind met SNOMED 2276658003 immaturiteit (aandoening)

NB: de beperkingen van PWD 3.2 met betrekking tot het juist en volledig registreren van tweelingzwangerschappen is bekend. Dit wordt meegenomen in de doorontwikkeling van PWD 4.0